Een tolk vertaalt gesprekken tussen spreker en luisteraar. Dit kan gaan om het vertalen van een vreemde taal naar de moedertaal of andersom. Een tolk kan eenzijdig vertalen, de woorden van de spreker voor de luisteraar, of wederzijds, waarbij de woorden van de luisteraar ook vertaald worden voor de spreker. Daarnaast is er nog een verschil in consecutief en simultaan tolken. Bij de eerste vorm wordt er eerst gesproken en vervolgens wordt er vertaald. Bij simultaan tolken wordt er vertaald terwijl er gesproken wordt. Vertalers zetten teksten die in vreemde talen geschreven zijn om naar hun moedertaal of andersom. Het kan gaan om artikelen, boeken, ondertiteling, handleidingen of officiële brieven. Voor beide beroepen geldt vaak dat vertalers en tolken zich specialiseren in een bepaald vakgebied, bijvoorbeeld juridische teksten of conversaties. Elk vakgebied kent zijn eigen specialistische termen en uitdrukkingen. Ieder werk of gesprek vraagt van de tolk of vertaler dan ook voorbereiding en verdieping in het onderwerp. Beide beroepen kunnen uitgeoefend worden op freelance basis. Hierbij is het erg belangrijk dat de tolk of vertaler netwerkt en naamsbekendheid verwerft. Om tolk of vertaler te worden kun je verschillende opleidingen volgen. Op wo-niveau kun je een talenstudie kiezen en op hbo-niveau zijn er verschillende vertaalacademies en hogescholen voor tolken en vertalen.